VRT NWS: nieuws

2022-05-14 04:31:05 By : Ms. Cecy Yan

De Europese Commissie werkt achter de schermen aan sancties voor Russische olie. Maar kan Europa wel zonder olie uit Rusland? Hoe hard zullen we die sancties voelen aan de pomp? En doen die sancties Rusland eigenlijk pijn? 

Europa en Rusland zitten in een energiescheiding verwikkeld. En die echtscheiding werd deze week nog wat pijnlijker. De Russische president Poetin draaide dinsdag de gaskraan naar Polen en Bulgarije dicht. Nog deze week probeert de Unie haar afhankelijkheid van Russische olie af te bouwen. Achter de schermen werkt de Europese Commissie immers aan een voorstel voor sancties tegen Russische olie. 

Olie en gas, de twee pijlers van de Russische energie-export, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Toen de Europese plannen voor een olie-embargo Rusland bereikten, dreigde de Russische vicepremier Alexander Novak meteen om de gaspijplijn naar Europa, Nord Stream 1, dicht te draaien. 

Maar die olie dus. Daar zit Europa mee gewrongen. Het neemt ongeveer de helft af van de 4,7 miljoen vaten ruwe olie die Rusland dagelijks exporteert, goed voor zo’n 14 miljard euro aan betalingen sinds het begin van de oorlog in Oekraïne. Op die manier financiert Europa de Russische oorlogsmachine.

Reden genoeg om af te willen van die Russische olie. Maar hoe Europa dat gaat doen, daar wordt de volgende dagen nog volop over onderhandeld. 

De oliehandel zal een onderdeel vormen van het zesde sanctiepakket tegen Rusland. Die handel kan op verschillende manieren aangepakt worden. 

Al meteen nadat het vorige pakket afgeklopt werd, op 7 april, vroegen Polen en de Baltische staten dat Russische olie meteen uitgefaseerd zou worden. Lees: geen druppel Russische olie meer voor Europa, en wel onmiddellijk. Maar dat is een erg drastische aanpak die de lidstaten weinig ruimte geeft om alternatieven te zoeken. 

Daarom lijkt een stapsgewijze uitfasering een grotere kans te maken (volgens persagentschap Bloomberg zelfs met een totale ban tegen eind dit jaar). Zo'n stapsgewijze uitfasering werd begin deze maand al aangekondigd voor Russische steenkool en zal pas in augustus in werking treden. Zo’n tussenperiode levert ook minder juridische problemen op, doordat leveringscontracten de tijd krijgen om af te lopen. Zo’n 60 procent van de huidige Europese oliecontracten vallen onder zulke langetermijncontracten. 

Nog een andere optie is een verhoging van de heffingen op Russische olie. Die zou het totale prijskaartje voor lidstaten de lucht in sturen, waardoor Rusland op zijn beurt verplicht zou zijn om zijn eigen verkoopprijs te laten zakken om competitief te blijven met andere olie-exporteurs. Op die manier zou Rusland wel olie kunnen blijven exporteren naar Europa, maar er minder aan verdienen.  

Welke van die opties het wordt, dat zal nog moeten blijken. Ten vroegste dit weekend wordt een voorstel van de Europese Commissie verwacht, maar allicht zal het eerder iets voor volgende week zijn. Dan is het werk nog niet af, want als dat voorstel er eenmaal is, moet het nog goedgekeurd worden door de lidstaten. 

Europa importeert bijna twee derde van zijn ruwe olie. In 2019 kwam 27 procent van alle olie die op Europese bodem werd geconsumeerd, uit Rusland. Die olie belandt in raffinaderijen die vaak gebouwd zijn om specifiek met Russische olietypes te werken. De ene oliesoort is immers de andere niet, het type varieert van streek tot streek. Daarnaast belandt er ook veel Russische olie in diesel én haalt Europa daar bovenop nog eens 10 procent van zijn afgewerkte diesel rechtstreeks in Rusland. 

Maar niet alle lidstaten zijn even grote klanten van Rusland. Vooral Duitsland, Polen en Nederland zijn grote opkopers.

België is iets minder afhankelijk van Russische olie dan het Europese gemiddelde. Volgens Eurostat komt 22,2 procent van de totale import uit Rusland. “Dat is niet niets, maar er zijn landen waar het nog veel meer is”, zegt Moniek de Jong, postdoctoraal onderzoeker aan de Ugent. “Een stuk van dat volume in België kan vervangen worden door benzine in te voeren uit andere lidstaten.”

Bovendien heeft België het geluk dat het goed gelegen is, waardoor het gemakkelijk aardolieproducten uit de rest van de wereld kan invoeren. Energiespecialist Thijs Van de Graaf wijst daarvoor bijvoorbeeld op de goede verbindingen met de rest van de wereld via de haven van Antwerpen en die van Rotterdam. "Dat zijn enorme draaischijven.”

BEKIJK - Voor eerste minister Alexander De Croo (Open VLD) moet er zo snel mogelijk een embargo komen op Russische olie, maar mag dat de brandstofprijzen niet verder doen stijgen:

België heeft het geluk dat het gemakkelijk olie kan invoeren uit de rest van de wereld. Maar andere Europese landen, met kleine of zelfs geen kustlijnen, kunnen dat veel minder. 

We kunnen niet zeggen dat niemand iets zal merken van sancties tegen Russische olie. Maar het zal geen nationale ramp zijn

Lidstaten als Hongarije, Oostenrijk, Tsjechië, Slovakije en Bulgarije zijn daardoor koele minnaars van een Russisch olie-embargo. Dat zijn niet toevallig Centraal- en Oost-Europese landen, die vaak op knooppunten liggen van Russische oliepijpleidingen. Bovendien hebben ze, op Bulgarije na, geen rechtstreekse verbinding met de zee, waardoor ze veel minder gemakkelijk olie kunnen importeren uit de rest van de wereld.

Maar de belangrijkste tegenstander van een embargo was tot voor kort Duitsland. Dat haalt 35 procent van zijn olie uit Rusland, 9 procent meer dan het Europese gemiddelde, en heeft enkele belangrijke olieraffinaderijen die speciaal ontworpen zijn om te werken met Russische olie. Die van Schwedt, tegen de Poolse grens, is zelfs eigendom van het Russische staatsbedrijf Rosneft.

Toch zette de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock eerder deze maand de bocht in. “We zullen de Russische olie-import tegen deze zomer halveren, en tegen eind dit jaar terugbrengen naar nul”, kondigde ze aan. 

Robert Habeck, de Duitse minister van Economie en Klimaat, sloot zich daar woensdag na een reis naar de Poolse hoofdstad Warschau bij aan. “Twee maanden geleden zou ik gezegd hebben dat we een embargo niet aankunnen. Nu niet meer", zei hij in een vier minuten durende video op Twitter. "Er zullen plaatselijke knelpunten zijn, het zal zeker tot hogere prijzen leiden, en misschien tot plaatselijke onderbrekingen. We kunnen niet zeggen dat niemand het zal merken. Maar het zal geen nationale ramp zijn.”  

Een nationale ramp zou het niet zijn voor Duitsland, maar wel een bittere pil. Volgens een studie van de universiteiten van Bonn en Keulen zou de economische schok van een embargo op alle energie-import (dus ook gas) vergelijkbaar zijn met die van de coronacrisis.

Maar dat er alternatieven zijn voor Russische olie, is duidelijk. Europa zou extra olie kunnen halen in de Golfstaten, in Latijns-Amerika of Afrika, of zelfs in Iran - gesteld dat de onderhandelingen voor een nieuwe nucleaire deal met het Westen positief aflopen. 

“De Amerikanen hebben de OPEC+-landen (de vereniging van olieproducerende landen OPEC, aangevuld met enkele andere landen waaronder Rusland, red.) gevraagd om hun olieproductie op te drijven. Ze hebben die boot altijd afgehouden. Maar zelfs als ze niet op die vraag ingaan, zitten ze sowieso op een stijgend traject”, zegt Van de Graaf. 

Landen zoals Mexico en Kazachstan produceren elke maand meer olie. “En of olie nu uit Rusland komt, Kazachstan of de Emiraten, dat komt allemaal via dezelfde havens Europa binnen.”

Dan is er natuurlijk nog het punt van de Europese raffinaderijen: kunnen die wel werken met die olie uit andere aanvoerlanden? “Het simpele antwoord is ja. Je kan bepaalde types olie gaan mengen zodat het product wel geschikt wordt.”

Energie-analyst Jilles van den Beukel (van het Hague Center for Strategic Studies) zegt dat ze zich "in Centraal- en Oost-Europa al uit alle macht aan het voorbereiden zijn om die olie van de Europese kusten naar hun raffinaderijen te vervoeren”. Ze denken er ook aan om raffinaderijen gedeeltelijk om te bouwen zodat die flexibeler kunnen omgaan met andere soorten aardolie, “maar dat zal ongetwijfeld tijd kosten, denk toch zeker aan één tot anderhalf jaar”.

Veel moeite dus, maar het zou allicht wel lonen. Rusland zelf kan zijn olie, die het anders aan Europa zou verkopen, immers niet zomaar slijten aan andere landen op de wereldmarkt. Daar speelt opnieuw de kwestie van de raffinaderijen: zoals de Europese infrastructuur is ingesteld op het verwerken van Russische olie, zo zijn andere delen van de wereld dat net niet.

En hoewel bijvoorbeeld India momenteel gretig extra Russische olie opkoopt, doet het dat aan stevige kortingtarieven. Bovendien krijgt Rusland af te rekenen met stijgende onkosten. “Logistiek liggen Europa en Rusland goed georiënteerd ten opzichte van elkaar”, legt Van de Graaf uit. “Het is logisch dat Russische aardolie op grote schaal zijn weg vindt naar Europa. Maar als zo’n Russische olietanker via de Baltische staten helemaal naar China moet doorvaren, kost dat een stuk meer.”

BEKIJK - Rusland zal een nieuwe exportmarkt moeten vinden voor de olie die het nu aan Europa verkoopt. Poetin kondigde eerder deze maand al aan dat hij dat zou doen voor Russisch gas:

Van den Beukel wijst ook op de imagoschade. “Rusland heeft een langetermijnprobleem. Hun grote verdienmodel is de handel in olie en gas, veel méér hebben ze niet. Maar ze zijn hun betrouwbaarheid als energieleverancier kwijt, en een deel van de wereld wil niets meer met hen te maken hebben.”

Mogelijke sancties zullen niet pijnloos zijn. Niet voor de Duitsers, zoals de minister van Economie Habeck al waarschuwde, maar ook niet voor de Belgen.

“We komen er niet aan onderuit dat de brandstofprijzen omhoog zullen gaan”, zegt Van de Graaf, “zelfs al zijn ze nu wat afgekoeld. Ze staan nu rond 100 dollar voor een vat, terwijl het aan de start van de Oekraïnecrisis 125 dollar was. De oliemarkten schommelen tussen hamer en aambeeld. Het coronavirus gaat nog rond in China, en dat drukt de prijzen. Maar Oekraïne heeft dan weer een opwaarts effect.”

In België hebben we de accijnzen op brandstoffen verlaagd. Cru gesteld is dat een subsidie aan Poetin 

Hoezeer die prijzen gaan stijgen, en hoe snel dan wel, hangt af van wat Europa beslist, denkt Moniek de Jong (UGent). “Als Europa geleidelijk uitfaseert, en bijvoorbeeld binnen twee jaar geen Russische olie meer afneemt, dan zullen de prijzen minder snel stijgen. Dan hebben de lidstaten de tijd om rustig te zoeken naar alternatieven. Maar als het een prijsplafond invoert, dan is dat een maatregel op korte termijn die ook voor een snelle Russische tegenreactie kan zorgen. Die tegenreactie hebben we minder onder controle, en kan de markten onzekerder maken.”

Aan de pomp zullen de prijzen dus wellicht stijgen. Maar een  brandstoftekort zullen we niet snel moeten vrezen, denkt Van de Graaf. “De oliemarkt is een wereldmarkt. Die zal zich zo organiseren dat het volumeverlies wordt opgevangen door de wereldmarktprijs. Ook de Indiërs en de Brazilianen zullen dat voelen.” 

Het ziet er dus niet meteen naar uit dat we snel onze wagen verplicht aan de kant zullen moeten laten staan, of dat de maximumsnelheid op de snelwegen verlaagd wordt. “Al zou ik dat op zich geen slecht idee vinden. Met deze hoge brandstofprijzen helpen zulke maatregelen onze portemonnee, en we zijn in Europa sowieso van plan om af te stappen van Russische brandstoffen.” 

BEKIJK - De eerste autoloze zondag kwam er in ons land in 1956, toen door de Suez-crisis de olie-invoer uit het Midden-Oosten stilviel:

De Jong is het daarmee eens. “Waarom maken we het openbaar vervoer ook niet tijdelijk goedkoper?”, oppert ze. Volgens haar moet de transitie naar duurzame energie versneld worden. De Jong noemt het “apart” dat Europa opnieuw meer olie zou importeren uit de Golfstaten, terwijl het daar in de jaren zeventig net vanaf was gestapt. “Toen gebruikten die landen olie om politieke toegevingen af te dwingen van het Westen. Niets zegt dat het Midden-Oosten of andere landen waar we olie halen, dat niet opnieuw zouden doen. Laat ons dus sneller overstappen op elektrische wagens.” 

Van de Graaf vindt dat Europa in een noodtoestand verkeert. “Dan mogen uitzonderlijke maatregelen op tafel liggen. Wat we nu in België hebben gedaan, is de accijnzen op brandstoffen verlagen. Daardoor zijn we niet minder brandstof gaan verbruiken, maar zijn we afgeschermd van de hoge prijzen. Dat houdt het verbruik net in stand. Cru gesteld is dat een subsidie aan Poetin.” 

Schrijf je in op onze dagelijkse nieuwsbrieven

Volg ons op sociale media

Bent u getuige van een nieuwsfeit of hebt u zelf nieuws te melden?

Volg VRT NWS op uw smartphone of tablet via de VRT NWS-app.

Beschikbaar voor iOS en Android.